Eitempera op icoonplank, 30 x 25 x 3 cm, 11 april – augustus 2022
Dit is mijn zevende icoonplank. Van april tot augustus, met lange tussenpozen, heeft het beeld een hele transformatie doorgemaakt. Ik ben uitgegaan van een traditioneel onderwerp : de mirredragende vrouwen ontmoeten de engel bij het lege graf, op de achtergrond verschijnt de gestalte van de Verrezene.
Werkend aan dit beeld ontmoette ik de sterke nood om op zoek te gaan naar een vorm van ‘icoonschilderen’ die voor mezelf werkelijk zinvol en levend is. Vormen mogen in elkaar overvloeien. Eerder opgebrachte verf werd soms volledig verwijderd. Ik ondervond dat het juist is om de figuren geen uitgetekende gezichtjes te geven. Vele lagen transparant wit toonden me een weg naar eenheid, gevoeligheid, licht.
Doorheen deze verkenning in techniek en vormgeving kreeg het traditionele onderwerp echter ook een geheel nieuwe betekenis : uiterlijk in de verf en innerlijk in mezelf groeide een beeltenis van de opwekking van de ziel na haar overlijden. Het stille, tedere, wit gesluierde geheim van het leven dat doorheen de dood gaat, en daar zichzelf, haar zielsverwanten, en de Levende terugvindt.
In het donkerrode gewaad van de eerste Mirredraagster schilderde ik een fijne lineaire witte vorm, als een wit kiemweefsel of als een klanknotatie. De tombe is bijna geheel opgelost, en die centrale blauwgroene vorm – het onderste deel van het kleed van de Opgestane – roept bij mij ook het beeld op van een urne waaruit de Lichtgestalte opstaat.
Het werk aan deze icoon, in beeld en in techniek zo traditioneel en toch zo authentiek persoonlijk, beleef ik niet als een spel met verf en fantasie, maar als een innerlijke omgang met het diep menselijke thema van de wit gesluierde overgang.
Gebaseerd op deze 16de eeuwse icoon uit de Morsink Icon Gallery